Zaterdag was er de storm, het water spoelde over de dijken, maar het werd pas een ramp toen de dijken braken in de vroege zondagochtend. Hierna volgt een verslag over de gebeurtenissen in de tijd. Een verhaal van de nacht van zaterdag 31 januari op zondag 1 februari en de nacht van zondag op maandag 2 februari.
Zaterdag 31 januari: De Storm
11:00: Er stond een stevige storm en de voorspellingen waren slecht. Het water stond hoog (bijna aan de weg) en het was pas eb. In de middag is er sprake van noodweer. De eerste schade treedt op. Pannen vliegen van de daken, schuttingen en bomen gaan om.
15:00 De Havenkant staat geheel blank. Er is sprake van een enorme stroming in de rivier. Een zandzuiger die voor de haven ligt slaat door zijn ankers heen. Een boot met kolen (brandstof voor de ijsbrekers) die in de haven ligt, slaat los. Met vereende krachten wordt deze weer vastgelegd.
15:30: Het water staat tot boven aan de dijk. Schuimkoppen slaan over de dijk achter het Wilhelminaplein.
17:00 uur: Hoogwaterstand 2.80m boven NAP. Maar het wordt eb, normaal gesproken zakt het water dan. Maar sommige Moerdijkers zijn er niet gerust op.
De Avond: 18:00 – 24:00
Die zaterdagavond is er volop te doen in het dorp. Er is een uitvoering met de jongens- en meisjesvereniging in gymzaal van de R.K.Basisschool en in het cafe van Toon Hermus vindt de oprichting van de vogeltjesvereniging plaats.
De bezorgdheid bij de vissersfamilies is groot. De vissersboten liggen al hoog in het water en steken ver boven de kade uit. De coupure ter plaatse “de Heul” aan de Havendijk wordt gesloten.
20:00: Het water slaat over “De muurkes”, de coupure biedt geen enkele bescherming. De Vissers verzamelen zich. Steeds moeten de ankerkabels versteld worden. Het getij wordt angstvallig in de gaten gehouden en men weet; “er komt deze nacht een springvloed.”
22:00: De storm met windkracht 10 stuwt het water verder op. Water breekt door de coupure, water stroomt over de dijk.
22:30: De storm met windkracht 10 is op zijn hoogtepunt. Het water staat hoog op de kanten. Water stroomt binnen bij de eerste huizen op de haven en Den Bels. De schotten voor de kelderramen houden het meeste water buiten.
23:00: Laagwater tij, het tij gaat keren, de vloed begint. Maar tijdens “de Eb” is de waterstand nauwelijks gezakt. Om 21:00 uur noteerde de getijschrijver op de haven een laagwaterstand van 2.25m boven NAP. Normaal gesproken zou de laagwaterstand dan onder NAP moeten zijn.
De eerste gezinnen verlaten Moerdijk. De vader van Louis Visseren (Ko Visseren) brengt met bestelbus mensen naar Zevenbergen. Hij maakt onder zware omstandigheden meerdere ritjes.
En er waren meer Moerdijkers die het dorp verlieten en een schuilplek zochten. Sommigen bij familie in de polders, maar dat was een slecht idee, bleek later. Met volgeladen auto’s, een zeldzame tractor maar veelal te voet zochten hele gezinnen hun heil elders. Zevenbergschen hoek, Roodevaart, Zevenbergen, maar ook Breda.
Boten liggen hoog op het water in de Haven en er zijn zorgen over het losslaan. Een losgeslagen boot kan over of dwars door de dijk het dorp indrijven met alle gevolgen van dien. De boot van Jan Krijnen is een acuut gevaar en wordt vol water gezet.
De Getijschrijver
De getijdenschrijver stond destijds in een gebouwtje aan de kop van de haven. De Oostzijde. Het apparaat, een houten kast met daarin een uurwerk en een schrijfinstrument dat de waterstand noteert, is het enige in het hele rampgebied dat tijdens de watersnood in werking bleef. Daardoor is alleen van Moerdijk exact bekend tot hoe hoog het water is gekomen. Namelijk tot 4.10m boven NAP om 04:00 uur, zondagmorgen.
Deze meer dan 70 jaar oude tijdschrijver is in het bezit van Rijkswaterstaat Dordrecht.
Zondag 1 februari: De Dijken breken
De Nacht: 00:00 – 06:00
De bewoners beginnen elkaar te waarschuwen; “De dijken houden het niet!”
00:30: Het water stroomt hard over de dijk. Overal in het dorp worden spullen hoog gezet op zolders en verdiepingen.
01:30 De vissers en bezorgde bewoners gaan over tot alarmering van alle bewoners, want het gaat erom spannen; “de dijk staat op doorbreken.” Hein van Etten, de koster van de Hervormde Kerk luidt de kerkklokken.
Niet iedereen hoort de klokken en er wordt zo lang aangeklopt, op deuren en ramen gebonkt tot bewoners wakker zijn. Vrijwel iedereen zet wat spullen weg en vlucht naar de Haven. Ze vinden onderdak bij huizen op Den Bels, de Havendijk en verderop aan de Havenkant. In eerste instantie gaat men naar familie en bekenden. Later vindt men ook onderdak in de marechausseekazerne en het klooster.
Sommigen kiezen ervoor om in hun huis te blijven. Deze woningen staan vaak wat hoger en zijn degelijk gebouwd zoals het klooster en enkele nieuwere woningen langs de Steenweg.
Ondanks alle waarschuwingen zijn er ook dorpelingen die niet wakker zijn geworden. Anderen worden overvallen tijdens het redden van de huisraad en zitten vast op de zolders.
02:00: Door het kolkende water dat over de Havendijk stroomt, worden de hoge huizen aan de Havendijk ondermijnd. De woningen zitten vol met gevluchte dorpelingen, maar men vertrouwt het niet en is bang dat de huizen verzakken. Zij die mogelijkheden hebben, vluchten verder naar de woningen op Den Bels. Hier staat het water al binnen, maar de boel staat niet op instorten.
Het water staat intussen kniehoog op de Havendijk.
Rond 03:00: De eerste dijkdoorbraak vindt plaats midden in het dorp: achter het Wilhelminaplein en de Julianastraat. Er ontstaat meteen een gat van minstens 40 meter. Het water stroomt kolkend en met geraas het dorp in. Het water heeft vrije doorgang tot aan de Lapdijk en de Nieuwe Moerdijk polder loopt vol.
In een mum van tijd staat de dorpskern van het Klundertse deel (Wilhelminaplein-Julianastraat-Grintweg-Noodwoningen) ver onder water. Ook in het klooster komt het water binnen. De Steenweg is een barrière die een deel van het water stopt. Maar dit is van korte duur.
04:00: Hoogwaterstand. 1e springvloed. Maximaal gemeten waterstand 4.10m boven NAP!!!!
De tweede dijkdoorbraak doet zich voor in de Zwaluwsedijk, net voorbij het watergemaal. De Klaver- en Blokpolder en het Zwaluwse deel van het dorp stromen vol. Het watergemaal, de school, kerk en pastorie staan in korte tijd in het water. Het water stort zich over de Steenweg.
Burgemeester Draijer van Klundert heeft nog telefonisch contact met Dhr. Mosterd, de postcommandant der Rijkspolitie met kantoor in de Marechausseekazerne, maar dat is van korte duur want de verbindingen vallen weg. Wel geeft hij opdracht tot alarmering van de bevolking, maar dat is gelukkig al eerder gebeurd.
Net als langs de woningen op de Havendijk ondergraaft het hard stromende en snijdende water de elektriciteitspalen. De elektriciteit en het telefoonverkeer vallen weg. Ook de waterleiding breekt. Het dorp is geïsoleerd. Er is geen contact meer met de buitenwereld.
Zowel het Zwaluwse als Klundertse deel van het dorp zijn nu volledig ondergelopen. Honderden bewoners zitten samengepropt op de hoogste plekken rondom de Haven. Van veiligheid is geen sprake. De vluchtplekken zitten overvol. De storm neemt af in kracht, maar het is koud en alles is nat. Het dorp is onbereikbaar geworden, de bewoners zijn geheel op zichzelf aangewezen.
De Ochtend: 06:00 – 12:00 Geen hulp van buitenaf
In de vroege uren, bij het wisselen van het tij worden de eerste verkenningstochten door het dorp gemaakt. Vanuit de Haven worden kleinere boten overgezet. Hier en daar zijn reddingspogingen met bootjes. Ondanks waarschuwingen zitten er nog mensen in de volledig overstroomde Julianastraat, op zolders aan het Wilhelminaplein, aan de Steenweg en in het klooster.
De eerste zorg betreft de medebewoners. Worden er mensen vermist? Via-via vinden families elkaar. Het lijkt erop dat alle bewoners de vloed hebben overleefd. Maar niets is minder waar.
De eerste waarnemingen spreken van een enorme ravage. Drijfhout en rommel stromen door de straten. De grond onder huizen is weggespoeld, dieren dood en loslopend. Hier en daar zitten nog mensen vast op zolders.
Moerdijk is onbereikbaar. Het dorp is volledig overstroomd. In elke woning staat het water hoog. Op sommige plaatsen meer dan 3.00m water in de huizen. Noodwoningen achter het klooster staan tot het dak onder water. Kadavers, bomen en veek (riet, biezen en vegetatie) drijven voorbij.
10:00: Laagwaterstand. Het tij keert, straks komt wederom de vloed opzetten. De 2e Springvloed.
In de Haven van Moerdijk liggen verschillende schokkers. Ook op de schokkers vonden gezinnen een vluchtplek om de storm te overleven. Er staat een zware stroming op de rivier, maar de wind is afgenomen. Er zijn schippers die de tocht naar Roodevaart aandurven. Tientallen Moerdijkers varen mee, maar lang niet iedereen kan mee en sommigen vinden het te gevaarlijk. Aangekomen op Roodevaart wordt deze groep met militaire voertuigen naar Zevenbergen gebracht.
Voor de achterblijvers en degenen die zijn overvallen door het water, huisdieren en vee is het nu tijd om alsnog de hogere gedeelten te bereiken.
Burgemeester G.Draijer van gemeente Klundert heeft de Brabantse Busmaatschappij gevraagd bussen te sturen naar de dorpen. Er worden drie BBA bussen naar Moerdijk gestuurd, maar die spoelen bijna van de weg bij Kalishoek en moeten omkeren. Kansloos. Het dorp moet zichzelf zien te redden. Er is geen hulp van buitenaf.
Toch weten enkele Moerdijkers het dorp te bereiken. Met alles wat dreef hebben deze mannen het dorp weten te bereiken. Tot aan de nek door het water, want zij wilden weten hoe het ervoor stond met de achtergebleven familie en vrienden. De angst dat iedereen was verdronken was groot.
De Middag: 12:00 -18:00: De tweede springvloed
Er staat een enorme stroming. De vloed komt op, het water spoelt met enorme kracht door de stroomgaten ongehinderd het dorp in.
In de huizen langs de Haven zitten de mensen op elkaar gepakt. Oude mensen, kinderen en zieken. De hulpverleningsdienst wordt ingesteld door onder andere Dirk Vermeulen. Dirk zat bij de reservepolitie en alle zieken en behoeftigen worden naar de marechausseekazerne gebracht.
13:00 Er zijn nog steeds reddings- en vluchtpogingen door de bevolking met bootjes. Drinkwater en voedsel worden schaars en met de bootjes worden de levensmiddelen die droog zijn gebleven, verzameld.
17:00: Hoogwaterstand. De 2e springvloed.
Het is voor de tweede maal springtij. De storm is gaan liggen maar wederom komt het water hoog in het dorp te staan. Woningen die de eerste vloed ter nauwer nood overleefd hebben, krijgen het weer te verduren. Sommige woningen en bouwsels begeven het alsnog. Het dorp is vrijwel geheel verdronken. In de enkele huizen langs de Haven is het een kwestie van overleven. Hopen dat de boel niet instort. Het is nog steeds koud en nat. Iedereen wacht deze nieuwe vloed af. Niets kan er gedaan worden om verder onheil af te wenden.
De avond: 18:00 – 24:00
19:00 In het klooster bevinden zich nog steeds dorpsgenoten. Zo ook het gezin van Cor van Strien. Moeder Philly is in verwachting en die avond wordt de baby geboren. Een jongetje. Ad van Strien.
23:00: Laagwaterstand
Iedereen is uitgeput en wacht de volgende dag af.
Maandag 2 februari De Vlucht
05:00: Hoogwaterstand.
Met roeiboten worden achterblijvers die zich nog in het klooster bevinden en mensen die nog steeds vastzitten naar de marechausseekazerne gebracht.
11:00: laagwaterstand
De hulpverlening van buiten het dorp komt eindelijk op gang. Er komen vrachtboten en vissersboten in de Haven om mensen op te halen. Mensen worden afgezet op de Roodevaart en gaan met de bus naar Zevenbergen. De boot van de rivierpolitie brengt mensen naar Drimmelen. Een boot uit Urk brengt dertig tot veertig mensen weg die opgevangen worden in Vught. Ook schippers met eigen boten halen mensen op en brengen ze naar veiliger oorden. Andere Moerdijkse vluchtelingen worden weggebracht naar Dordrecht en Geertruidenberg.
Het dorp wordt geëvacueerd. Alle bewoners moeten vertrekken op gezag van het gemeentebestuur. De meeste bewoners vertrekken, maar sommigen blijven liever achter. Redden wat er nog te redden valt. Huis en spullen bewaken, want de diefstallen tijdens de bezetting liggen nog vers in het geheugen.
Tot zover het verslag van de rampnacht in het dorp Moerdijk